BWO 155 SL

Veiligheid

Productbeschrijving

Leveringsomvang

Technische gegevens

Installatie

Spoelen en ontluchten

Elektrische aansluiting en toerentalinstelling

Regelmodule

Leveringstoestand

Bedrijfsmodus instellen

Comfortinstellingen

Leveringstoestand herstellen (reset)

Functiebeschrijving zelfleermodule

Montagevoorwaarden

Montageprocedure sensorkabel en kabelbox

Onderhoud en vervanging

Storingen en oplossingen

Afvalverwijdering

EU-conformiteitsverklaring

Contact

Deze handleiding geldt voor alle vermelde series en beschrijft het veilig en vakkundig gebruik in alle bedrijfsfasen.


Waarschuwingen en symbolen


Algemene veiligheidsaanwijzingen

  1. De installatie, de elektrische aansluiting en de inbedrijfstelling van de pomp mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd geschoold personeel dat de algemene en lokale veiligheidsvoorschriften naleeft.
  2. De gebruiksaanwijzing en de overige geldende documenten moeten volledig en leesbaar worden gehouden en altijd toegankelijk worden bewaard.
  3. Voor werkzaamheden aan de pomp worden uitgevoerd, moet de gebruiksaanwijzing worden gelezen en begrepen.
  4. Deze circulatiepomp is alleen geschikt voor drinkwater.
  5. Gebruik de pomp alleen in technisch perfecte toestand, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik, met aandacht voor de veiligheid en de gevaren en met inachtneming van deze handleiding.
  6. Voordat enigerlei montage- en onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, de motor spanningsvrij schakelen en beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
  7. Dit toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of door personen met gebrekkige ervaring of ontbrekende kennis alleen worden gebruikt, gereinigd of onderhouden, wanneer ze onder toezicht staan of met betrekking tot het veilige gebruik van het toestel werden geïnstrueerd en de daaruit resulterende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen.

De BlueOne-pompen BWO 155 zijn drinkwater-circulatiepompen met een zeer efficiënte, elektronisch gecommuteerde gelijkstroommotor als aandrijfbron. Ze zijn gebouwd volgens het originele kogelmotorprincipe van VORTEX en beschikken over een kogelrotor met permanente magneet.

Het toerental van de pomp kan variabel worden ingesteld. 

De pomp beschikt over led's en drukknoppen om de bedrijfstoestand weer te geven en in te stellen.


Bedrijfsgedrag

Bij gemonteerde kabelbox op de aanvoerleiding (zie hoofdstuk Montagevoorwaarden) vertoont de pomp het volgende bedrijfsgedrag.


De zelfleermodule

  1. herkent na enige tijd automatisch de gewoontes van de verbruikers wat afnametijdstippen van warm water betreft. De herkende tijdstippen worden aangeleerd en het warm water wordt daarna vooruitziend ter beschikking gesteld.
  2. herkent automatisch afwijkingen van het typische tapgedrag zoals weekends, afwezigheden en tijdomschakelingen.
  3. beschikt over functies ter bescherming tegen legionella (herkennen van desinfectieprocedure1 alsook dagelijkse circulatieprocedure van 15 min vanaf 24 h afwezigheid).
  4. schakelt de pomp uit zodra het elektronisch systeem herkent dat warm water ter beschikking staat in het circulatiecircuit.


Met de pomp BWO 155 SL kunnen de pomplooptijden ook tot een minimum worden gereduceerd. Dit vormt geen conflict met de technische regelgeving, omdat de aldaar verlangde bescherming tegen de groei van legionella wordt verkregen door overeenkomstige beschermingsfuncties (zie boven). Voorwaarde is een hygiënisch perfecte opbouw en werking van het circulatiesysteem.


1 Voorwaarde: warmwaterverwarmer beschikt over legionellafunctie.

  1. Pomp
  2. Vlakke afdichtingen en gekozen schroefverbindingsset bij pompen met V-pomphuis
  3. Isolatieschaal voor pomphuis
  4. Korte gebruiksaanwijzing (quick guide)
  5. Kabelbox met temperatuurvoeler, 2,5 m sensorkabel2 en losmaakbaar kabelbandje
  6. 3 kabelbandjes om de sensorkabel vast te zetten



2 Sensorkabel met 5 m lengte als toebehoren verkrijgbaar

Max. opvoerhoogte

1,3 mWS

Max. opvoerdebiet

950 l/h

Elektr. aansluiting

1~115–230 V / 50–60 Hz

Verbruik

2,5–9 W

Mediatemperatuur

2–95 °C

Beschermingsgraad

IP44

Toegelaten waterhardheid

Onbeperkt

Droogloopbeveiliging

Ja

OPGELET! Materiële schade door binnendringend water!

  • Verzekeren dat na de montage de kabelingang of de kabel omlaag wijst.
  • Geschikte inbouwlocatie en toegelaten inbouwpositie kiezen.

  • Warmte-invloeden op pompen met thermostatische functies, zoals ERT of SL, vermijden:
    – binnenwerkse afstand tot drinkwaterverwarmer min. 50 cm!
    – bij verticaal in de boiler uitmondende retourleiding pomp op grote afstand tot de boileringang inbouwen!

  • Inbouw van afsluitkleppen en terugslagklep (Δpmax = 0,2 kPa of 20 mbar) voorzien.

  • De geïntegreerde afsluitklep in het V-pomphuis en de Vortex inschroefkleppen worden slechts kortstondig, tijdens het vervangen van de motor, gebruikt.
  • Geïntegreerde kleppen bij V-pompen

  • Optionele inschroefkleppen bij R-pompen (W-kleppen)

  • Geïntegreerde inschroefkleppen bij BWO 155 RW-pomp
  • Optionele inschroefkleppen bij R-pompen (RV 153, KV 150)

  • Pomp spanningsvrij inbouwen.

  • Stromingsrichting in acht nemen.



GEVAAR! Installatie onder druk!

  • Voorafgaand aan werkzaamheden aan de motor- of pompschroefkoppeling de afsluitkleppen sluiten.


  • Bedieningspaneel van de pomp eventueel in het zichtveld draaien (kabeluitgang onderlangs). Daartoe de wartelmoer iets losdraaien ...

  • ... motor verdraaien ...

  • ... en wartelmoer weer vastdraaien (max. 20 Nm).


  1. De motor moet alleen voor onderhoudsdoeleinden volledig van het pomphuis worden losgemaakt (zie hoofdstuk Spoelen en ontluchten of hoofdstuk Onderhoud).
  2. De pomp beschikt over een droogloopbeveiliging. Als de pomp hoofdzakelijk in lucht draait, stopt de elektronica altijd de rotorwerking om het rotorlager te beschermen. In het volledig ontluchte circulatiecircuit draait de pomp zonder onderbreking.

OPGELET! Lagerschade door droogloop!

  • Leidingsysteem grondig met water doorspoelen en ontluchten.


GEVAAR! Installatie onder druk!

  • Voorafgaand aan werkzaamheden aan de motor- of pompschroefkoppeling de afsluitkleppen sluiten.


WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door heet water!

  • Direct contact met naar buiten stromend heet water vermijden.
  • Het pomphuis kan door het hete toevoermedium eveneens een hoge temperatuur krijgen.


  1. Als er geen ontluchtingskraan (KFE-kraan) beschikbaar is, moet via het pomphuis worden ontlucht.
  • Om te ontluchten, eerst de afsluitingen sluiten.

  • Motor van het pomphuis afschroeven …

  • ... en ontluchtingsflens (VORTEX EF 150) op de motor schroeven (max. 20 Nm).

  • Afsluiting vóór de pomp weer openen en via de ontluchtingsflens water aftappen tot de circulatieleiding luchtvrij is.

  • Afsluiting van de pomp sluiten ...

  • ... ontluchtingsflens van de pomp afschroeven ...

  • ... en motor weer op het pomphuis schroeven.

  • Wartelmoer weer vastdraaien (max. 20 Nm).

  • Afsluitingen langzaam weer openen.

  1. De pomp beschikt over een gelijkstroommotor als aandrijfbron.
  2. De spanningsomvormer voor wisselstroomwerking (transformator) is in de aansluitkap geïntegreerd.
  3. Wegens beschermingsklasse 2 is er geen aardingsgeleider vereist.


GEVAAR! Dood door elektrische schok!

  • Werkzaamheden aan het elektrisch systeem mogen alleen door een geautoriseerde vakman worden uitgevoerd.
  • Stroomkring spanningsvrij schakelen en beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
  • Spanningsvrijheid controleren.


WAARSCHUWING! Brandgevaar door elektrische ontsteking!

  • Verzekeren dat de pomp alleen wordt aangesloten op de op het typeplaatje vermelde stroomtoevoer.



  • Vaste aansluiting mogelijk of netstekker met beschermingsklasse IP44 gebruiken (scheiding op alle polen voorzien).
  • Diameter ronde kabel 5-8 mm
  • Geleiderdoorsnede 0,75-1,5 mm2
  • Isolatie 8,5-10 mm van geleiders verwijderen.
  • Uiteinden van geleiders twisten, geen adereindhulzen, geen vertinde uiteinden.
  • Modulekap met schroevendraaier Tx10 losmaken.

  • Dopmoer losdraaien en kabel insteken.

  • Gele hendel naar voor duwen en geleider in rode kabelklem steken. Gele hendel weer loslaten.

  • Kabel op juiste lengte brengen en dopmoer weer vastschroeven.

  • Toerental instellen door de gele draaiknop te draaien:
    1 = min. toerental (2000 1/min)
    2 = gemiddeld toerental (2500 1/min = fabrieksinstelling)
    3 = max. toerental (3000 1/min) resp.
    - elke willekeurige tussenstap.

  • Modulekap vastschroeven.

  • Voor de restontluchting de pomp afwisselend meerdere keren in- en uitschakelen ...

  • ... en het warmwatertappunt meerdere keren openen ...

  • ... tot de pomp zonder geluiden draait.

(1) Volgende-toets

(2) Led-indicator pomp continubedrijf

(3) Led-indicator pomp continustop

(4) Led-indicator comfortinstelling

(5) Led-indicatielamp pomp (led brandt groen = pomp AAN) (led brandt niet = pomp UIT)

(6) Led-indicator verbinding sensorkabel (led brandt rood = niet verbonden) (led brandt niet = verbonden)

  1. De kabelbox met sensorkabel zit bij de modulekap (met behulp van vasthouddraad, die pas bij de montage van de kabelbox moet worden losgemaakt). De sensorkabel is in de fabriek reeds met de module verbonden.
  2. De pomp draait continu zolang de sensorkabel niet met de sensor in de kabelbox verbonden is. Led-indicator verbinding sensorkabel (6) brandt rood (wanneer de sensorkabel verbonden is, dooft de LED).
  3. Led-indicatielamp pomp (5) en led-indicator comfortinstelling (4), stand 3, branden groen.

Volgende-toets (1) herhaaldelijk indrukken tot de overeenkomstige led groen brandt:

– Comfortinstelling in 5 standen (4) (zie hoofdstuk Comfortinstellingen)

– Pomp in continubedrijf (2)

– Continustop (pomp UIT) (3)

Led-indicator comfortinstelling (4)

Van links naar rechts:

  1. Stand 1: maximale energiebesparing, pompbedrijf op aanvraag
  2. Stand 2: normaal comfort, pompbedrijf op regelmatige taptijdstippen
  3. Stand 3: basisinstelling, goed comfort, totale looptijd ca. 2-3 uur/dag. Deze stand is optimaal voor de meeste toepassingen. Het is aan te bevelen om ten vroegste na drie weken de comfortinstelling te wijzigen.
  4. Stand 4: zeer goed comfort, regelmatig dagelijks pompbedrijf
  5. Stand 5: maximaal comfort, pompbedrijf ook op onregelmatige taptijdstippen, totale looptijd tot 5 uur/dag


  • Volgende-toets (1) 5 seconden indrukken. Alle aangeleerde inschakelcommando's worden gewist, comfortstand 3 wordt weer ingesteld.


of

  • Stroomvoorziening naar de pomp onderbreken. Alle aangeleerde inschakelcommando's worden gewist, de eerder ingestelde comfortstand blijft behouden.

  1. Hoe leert de pomp?
    Een warmwater-tappunt wordt geopend. De aanvoerleiding wordt warm. Dit wordt door de pomp via de externe temperatuurvoeler gedetecteerd en het tijdstip van de warmwaterafname wordt aangeleerd.


  1. Wanneer start de pomp op?
    In de leerfase (2 weken na de inbedrijfstelling) start de pomp om comfortredenen en onafhankelijk van warmwaterafnames relatief vaak op. Na de leerfase start de pomp in de volgende gevallen op:
    – vooruitziend (op typische, aangeleerde tijdstippen),
    – onmiddellijk bij warmwaterafname (op nog niet aangeleerde tijdstippen), tenzij de aanvoerleiding reeds opgewarmd is,
    – bij een spoel- of desinfectieprocedure (zie hierna). De pomp berekent de noodzaak van een pompbedrijf altijd individueel per dag (ma tot zo) op basis van de warmwaterafnames van de voorbije 2 weken.


  1. Hoe lang duurt een pompbedrijf?
    De pomp is in bedrijf tot het circulatiecircuit van warm water voorzien is (detectie via thermostaat in de pomp). De looptijd is afhankelijk van de grootte van het circulatiesysteem.


  1. Hoe lang draait de pomp per dag?
    De dagelijkse looptijd hangt af van de grootte van het circulatiesysteem, van de comfortinstelling en van het tapgedrag van de gebruikers. Meestal draait de pomp dagelijks tussen 1 en 5 uur.


  1. Hoe wordt de desinfectieprocedure herkend?
    De hoogste gemeten aanvoertemperatuur in een week wordt als temperatuur voor de desinfectieprocedure geïnterpreteerd. De pomp draait dan op dit tijdstip gedurende 30 minuten (1x per week). Wanneer op een ander tijdstip van de week een hogere aanvoertemperatuur wordt gedetecteerd, verschuift de pompsturing de desinfectieprocedure naar dit tijdstip.


  1. Hoe wordt afwezigheid herkend (vakantiedetectie)?
    Als er gedurende 24 uur geen warm water wordt afgenomen, gaat de pomp uit van afwezigheid. Er vindt dan geen vooruitziend pompbedrijf meer plaats. Een desinfectieprocedure van 30 minuten wordt echter nog steeds uitgevoerd (1x per week). Voor het overige voert de pomp dagelijks een spoelprocedure uit (duur: 15 minuten).


  1. Hoe wordt de terugkeer na een afwezigheid herkend?
    Wanneer 2 keer binnen een uur warm water wordt afgetapt, wordt het eerder aangeleerde ritme weer van kracht.

  1. De kabelbox op de warmwater-aanvoerleiding (onafhankelijk van het systeem voor de warmwaterbereiding) monteren.
  2. De optimale afstand van de kabelbox tot de warmwaterverwarmer bedraagt 20-30 cm (bij kunststof-/composietbuis) of 50 cm (bij metalen buis).
  1. Bij verticaal uit de warmwaterverwarmer komende aanvoerleiding een sifonlus vóór de montagepositie van de sensor voorzien. Anders kan het aftappen van warm water niet worden herkend, omdat er te geringe temperatuurveranderingen optreden.
  2. Als er een mengkraan aanwezig is, de kabelbox op de overeenkomstige afstand na de mengkraan monteren.
  3. De kabelbox alleen op een rechte buissectie monteren (geen buisbocht, geen gegolfde buis, geen kraan, geen T-stuk).
  4. Het systeem voor de warmwaterbereiding moet overeenkomstig de technische regelgeving een gelijkblijvend temperatuurniveau van min. 50 °C aanbieden (uitzondering: nachtverlaging). Anders is het gewenste warmwatercomfort niet gewaarborgd.
  5. Afgetakte leidingsystemen (meerkringsystemen) moeten door regelkranen in de retourleidingen hydraulisch afgestemd zijn. Anders kunnen er comfortbeperkingen optreden, omdat de pomp eventueel te vroeg uitschakelt.


Aanwijzingen

  1. De pomp heeft een permanente stroomvoorziening nodig.
  • De pomp niet aansluiten op een bijkomende sturing of timer.
  1. Bij onderbreking van de stroomtoevoer
    – worden alle aangeleerde inschakelcommando's gewist,
    – blijft de eerder ingestelde bedrijfstoestand behouden.
  1. Als er direct na het openen van een tappunt geen warm water beschikbaar is, het tappunt weer sluiten en de gestarte circulatie afwachten.

  1. De sensorkabel is in de fabriek reeds met de module verbonden (A).
  2. Bij een uitgetrokken sensorkabel kan deze weer met de module worden verbonden. Daartoe de blauwe kabelstekker voorzichtig in de rubberdoorvoer op de module schuiven (A).
  3. De vasthouddraad tussen de kabelbox en de modulekap (B) pas losmaken voor de montage van de kabelbox.
  4. De afstand van de pomp tot de montagelocatie van de kabelbox bepalen. De sensorkabel alleen met de absoluut vereiste kabellengte uit de kabelbox trekken. De maximale lengte van de sensorkabel bedraagt 2,5 m. Als toebehoren is een sensorkabel van 5 m lengte verkrijgbaar.

Aanwijzing:

De sensorkabel kan alleen worden afgewikkeld, wanneer de stekker aan het andere uiteinde van de sensorkabel (C) nog niet op de pencontacten van de sensor werd gestoken.

  • Na het uittrekken van de sensorkabel de stekker (C) op de 2 pencontacten van de sensor schuiven, zodat de vasthoudnokken links en rechts vergrendelen.

  • De kabelbox alleen met het geïntegreerde kabelbandje op de warmwateraanvoerleiding bevestigen.

  • Op goed contact van de sensor met de warmwateraanvoerleiding letten (geen hulpmiddelen zoals warmtegeleidende pasta gebruiken!).

  • Kabelbox mechanisch niet belasten (niet omwikkelen met isolatiemateriaal!).

WAARSCHUWING! Valgevaar door loshangende sensorkabel.

  • Sensorkabel na plaatsing met kabelbandjes (meegeleverd) vastzetten.
  1. Pomp en zelfleermodule zijn nu gebruiksklaar. Wanneer de stroomtoevoer tot stand wordt gebracht, brandt de led van comfortstand 3 (basisinstelling). De pomp start op en het leerproces begint.

GEVAAR! Dood door elektrische schok!

  • Voordat er werkzaamheden aan de pomp worden uitgevoerd, de stroomkring spanningsvrij schakelen en beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
  • Spanningsvrijheid controleren.


GEVAAR! Installatie onder druk!

  • Voorafgaand aan werkzaamheden aan de motor- of pompschroefkoppeling de afsluitkleppen sluiten.


WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door heet water!

  • Direct contact met naar buiten stromend heet water vermijden.
  • Het pomphuis kan door het hete toevoermedium eveneens een hoge temperatuur krijgen.
  • Telkens wanneer de motor wordt geopend, de O-ring in het pomphuis vervangen.
  • Voor het onderhoud eerst de afsluitingen sluiten.

  • Motor van het pomphuis afschroeven …

  • ... de rotor voorzichtig van de lagerpen optillen.

  • Met behulp van kalkoplossend middel kalk verwijderen van rotor en scheidingsschijf. Rotor eventueel vervangen. Alleen zachte, niet-metalen hulpmiddelen gebruiken (bijv. borstel, doek, tandenstoker).

  • Rotor weer op de lagerpen plaatsen.

  • Oude dichting weggooien.

  • Nieuwe dichting in pomphuis plaatsen ...

  • … en motor weer op pomphuis schroeven.

  • Wartelmoer weer vastdraaien (max. 20 Nm).

  • Afsluitingen langzaam weer openen.

  • Voor de restontluchting de pomp afwisselend meerdere keren in- en uitschakelen ...

  • ... en het warmwatertappunt meerdere keren openen ...

  • ... tot de pomp zonder geluiden draait.


Het symbool op het product of op de verpakking betekent dat het product naar een gescheiden verwerking voor elektrische en elektronische apparaten moet worden gebracht en niet met het normale huishoudelijke afval mag worden meegegeven. Door een correcte afvalverwerking helpt u om negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens te vermijden, die kunnen ontstaan door een onvakkundige afvalverwerking en behandeling van oude elektrische apparaten.

Voor meer informatie neemt u contact op met uw gemeente, de afvalverwerker of het bedrijf waar u het product heeft aangekocht.

Dit product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen en aan de aanvullende nationale vereisten en normen.


272 KB

Deutsche Vortex GmbH & Co. KG

Kästnerstr. 6
71642 Ludwigsburg


Centrale

Telefoon: +49 (0) 71 41 / 25 52-0
Fax: +49 (0) 71 41 / 25 52-70
E-Mail:


www.deutsche-vortex.de


Impressum      Gegevensbescherming